Ecosysteem

We gaan hier beneden beschrijven hoe een gebied waar een vulkaanuitbarsting heeft plaatsgevonden, zich weer herstelt tot een heel bos.

Als er een vulkaanuitbarsting voorkomt in een gebied, stroomt een heel gebied vol met lava. Dit betekent dus dat het hele ecosysteem verwoest is en dat er geen plantengroei meer is. Ook leven er geen dieren meer in dit gebied.
Er ontstaat een pioniersecosysteen. Hier leven pionierssoorten zoals korstmos. Korstmos is een samenwerking van algen en schimmels. De alg doet aan fotosynthese, zorgt voor suiker en geeft de suiker aan de schimmel als voeding. De schimmel zorgt ervoor dat de alg mineralen krijgt. Ze houden elkaar dus in evenwicht. De korstmossen gaan dood, er ontstaat organisch materiaal. Na een paar jaar is er genoeg organisch materiaal ontstaan, dit zorgt voor het ontstaan van mossen. Mos is erg gunstig. De mossen houden namelijk dingen tegen die langswaaien, zo ontstaat er een humuslaag. Er komen soorten die zich niet zo diep hoeven te wortelen. Deze soorten gaan vervolgens ook dood, het gevolg is dat de humuslaag dikker wordt. Dit proces gaat lange tijd door, later ontstaan er struiken en steeds meer van dit soort planten. Deze soorten sterven ook weer waardoor de humuslaag als maar dikker wordt. Uiteindelijk kunnen er weer bomen groeien, hierdoor ontstaan erg schaduwrijke plekken. De platen die veel zonlicht nodig hebben verdwijnen en de planten die veel schaduw nodig hebben ontstaan. Er komen zoveel bomen dat er een bos ontstaat. Er treedt bijna geen verandering meer op in dit bos, het bos is nu een climaxecosysteem. Een climaxstadium is dus eigenlijk het eindstadium van een ecosysteem.